De Gekroonde Hoofden is een historisch huis in de Burgstraat in het centrum van de Belgische stad Gent, vlakbij het Gravensteen. Het huis is tegenwoordig ingericht als restaurant. Het gebouw werd in 1993 als monument beschermd. Het staat ook in de als stadsgezicht beschermde omgeving van het Sint-Veerleplein.
Het gebouw dateert van omstreeks 1560 en stond vroeger bekend als "De Draecke". Op de gevel staan 14 bustes van graven van Vlaanderen uitgewerkt. De graaf van Vlaanderen regeerde over het graafschap Vlaanderen vanaf de 9e eeuw.
De Gekroonde Hoofden op de voorgevel zijn:
I. Boudewijn van Constantinopel
II. Willem van Dampierre
III. Gewijde van Dampierre
IV. Robrecht van Bethune
V. Lodewijk van Nevers
VI. Lodewijk van Male
VII. Filips de Stoute
VIII. Jan zonder Vrees
IX. Filips de Goede
X. Karel de Stoute
XI. Maximiliaan van Oostenrijk
XII. Filips de Schone
XIII. Karel V
XIV. Filips II
Het huis ‘De Gekroonde Hoofden’ (Burgstraat 4) is behalve een bekend ribbetjesrestaurant ook een van de fraaiste renaissancegebouwen van Gent. De bouw is vermoedelijk tussen 1555 en omstreeks 1560 te situeren. In de verdiepte boogvelden boven de vensters prijken veertien medaillons met de bustes van (de meest illustere of de meest recente) graven van Vlaanderen vanaf Boudewijn IX, keizer van Constantinopel (1171-1205), tot Filips II, koning van Spanje (1527-1598). Bij de verbouwing van de gelijkvloerse verdieping in 1810 sneuvelde de onderste rij hoofden (met name die van de vier Habsburgse vorsten).
Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1916-1917) werd dit huis, evenals de twee buurhuizen (Burgstraat 6 en 8) met zeventiende-eeuwse trapgevel, gerestaureerd naar een ontwerp van architect Amand Janssens. Hierbij verdween de pleisterlaag van de gevel, zoals gebruikelijk bij restauraties in die tijd, vanuit de opvatting dat een authentieke gevel, opgetrokken in baksteen of natuursteen, niet bekleed was. De timpanen en bustes van de gekroonde hoofden werden grondig vernieuwd of, in het geval van de verdwenen beelden, gereconstrueerd door de beeldhouwers Oscar Sinia en Karel Mast en kunstschilder Jean Vanden Bogaert.
Deze restauraties maakten deel uit van een langdurige campagne om de stadsgezichten in de buurt van het Gravensteen te verfraaien. Die startte in 1888 en kreeg een impuls na de beslissing in 1905 om in 1913 een Wereldtentoonstelling te organiseren in Gent. Het stadsbestuur sloot toen met de eigenaars een overeenkomst of ‘conventie’ af, om de gevels van hun huizen op stadskosten te laten restaureren in ruil voor de betaling van een eeuwige cijns (belasting).
“In de Draecke” is de historische naam van De Gekroonde Hoofden. Oorspronkelijk gewaagde men van “het gouden hooft ten voorhoofde van de Borchstraete” maar in 1560 werd die woning omgebouwd tot een herberg en kwam er de huidige gevel die enig is in Gent.
Over zijn gehele oppervlakte is hij verdeeld in timpaans, dit zijn halfronde, inspringende ruimten, veertien in totaal.
In ieder prijkt een portret van een graaf van Vlaanderen.
Aan weerskanten van ieder portret (allen werden gemaakt naar schilderijen of medailles uit die tijd) staat de beginletter van de naam. Het bleek een kunst die grafelijke namen te weten te komen want ze zijn ofwel in ‘t Vlaams, Frans of Latijn.